Moeder, waarom zorgen wij?
Jérôme Duchateau verlangt naar vreugde zonder zorgen.
In 2001 vlogen vliegtuigen in de WTC torens. Hoe die torens erna zijn ingestort blijft voor sommigen een half raadsel. Half, nee, een groot complot om Arabische landen onder controle te krijgen, wat dus duidelijk is mislukt. Toen werden plots de Arabieren overal verdacht. Terreur als promotie voor veiligheid. Niet alleen ik zal dan hebben gemerkt dat er een deel van de bevolking verdacht werd. Nu is er een virus en iedereen is verdacht. Een maatschappij die gebaseerd is op wantrouwen was het al, maar nu is dat iets normaal geworden.
In mijn ogen begon er hoop te komen in 2017. Er was toen iets dat op gang kwam. Iets dat mij deed hopen dat er grote veranderingen gingen komen. Iets dat zal maken dat er van bovenaf anders beslist zal worden. Beslissingen die dan zullen maken dat het écht goede zal gebeuren voor de gewone burgers, zonder achterpoortjes en zonder invloed van geld of macht. Het leek of er een revolutie in de lucht hing. Wat later begonnen gele hesjes op straat te komen, die waren hier niet veel te zien maar enkele tientallen kilometers zuidelijker was dat al anders. Bij gele hesjes in ons nieuws hebben ze het enkel over dieselprijzen, totaal fout, ik bedoel alles behalve dat, die hebben het over politici die liegen en de bevolking uitmelken. Zelfs op gebied van klimaat, beter geschreven vervuiling, leek er wat te gaan veranderen. Op vele plaatsen leek het of er meer protesten waren en misschien, héél misschien gingen de dingen veranderen. Voor mij is het daarom geen toeval dat er dan in 2019 een wapen, een virus, verscheen. Een virus dat het handig maakt de protesten de kop in te drukken en nog eens aantoont hoe makkelijk het is maatregelen op te leggen.
Ja, er is veel veranderd, gemuilkorfd rondlopen is nu normaal. Een avondklok is voor onze bestwil. Ontspanning is overbodig, ze gingen er toch al zwaar in besparen. Stijgende en dalende cijfers bepalen onze vrijheden. Geld kan plots van overal getoverd worden, we zien wel later, maar voorlopig niet voor degenen die het écht nodig hebben. In sport en het andere nieuws lijkt er maar 1 thema te zijn. Angsten, zorgen en aanverwante problemen zijn nu op een niveau van de tiende macht gestegen. Flierefluitend door het leven gaan is nu gewoon bizar.
Plots kregen we een overvloed aan tijd, tijd om de muren op te lopen. Tijd om de dingen ook anders te bekijken. Ik begon me dan soms bij simpele dingen af te vragen of het nog wel zin heeft. Voor later, maar welk later? Het daveren van de grondvesten was dermate groot dat het leek op een vrije val. Dan is het niet genoeg meer om stevig op de benen te staan, nee je moet dan de vleugels spreiden. Vleugels om jezelf te ondersteunen, ervoor zorgen dat je niet onderuit gaat door het nieuwe normale, hoe griezelig het ook is.
Het is voor iedereen wel duidelijk geworden hoe makkelijk het is om een maatschappij in enkele dagen, nee, de dag zelf te veranderen. 1984, is dat voorbij of komt dat nog? Controle over alles wat we zeggen en doen tot thuis toe. Ach ja overal camera’s op straat en satellieten in de lucht zijn we gewoon en je smartphone is slimmer dan je denkt. Toch heerst er nog hoop, terug naar het normale van voordien maar wacht, nee, dat was toch een crisis? Niet erg, laten we dan maar thuis zingen en dansen nu dat nog kan.
Ok, genoeg somber geweest. Er is een vaccin. De ziekenhuizen zijn deze maanden niet overvol geweest. Scholen geven nog les, ook al is het op een nieuwe manier. Bedrijven produceren nog, er is geen tekort. We zijn gaan zien hoe belangrijk zorg is. Minder druk op straat dus minder ongevallen. De meesten hebben de neiging gezonder te eten en bewegen.
Ondanks al die veranderingen blijf ik verlangen naar een écht mooie toekomst, een waar iedereen zich goed bij zal voelen. Ik verlang naar vreugde zonder zorgen. Die vreugde mag niet voor mij alleen zijn want dan zal dat niet lang duren. Algemene tevredenheid op straat. Dat de mensen met zulk groot plezier gaan werken dat ze er huppelend naartoe gaan. Dat de samen in de samenleving zo groot is dat er niet meer over armoede, ziekte noch problemen dient te worden gepraat. Dat de natuur dan met ons mee blij is met wat we doen. Ik hoop dan dat iedereen dat verlangen koestert. Maar ik vrees dat die dingen gewoon verlangen een ongrijpbare utopie zal blijven. Is dat naïef, ja zéker! Laten we dan maar allen zo naïef zijn dat dat niet meer gênant is daarnaar te streven.
Jérôme Duchateau