Als risico’s viraal gaan

Dirk Geldof over de ongelijke verdeling van risico’s in de samenleving

De coronacrisis maakt nog maar eens duidelijk dat onze moderne, globale samenleving nieuwe risico’s met zich meebrengt. En dat die risico’s ongelijk zijn verdeeld. De sociale strijd van de 21ste eeuw zal zich daarom niet alleen moeten afspelen om de verdeling van welvaart, maar ook om de verdeling van deze risico’s, stelt socioloog Dirk Geldof.

De pandemie is intussen al door heel veel brillen bekeken. De bril die Geldof opzet is die van de risicomaatschappij, een concept dat in de jaren ’80 werd gemunt door de Duitse socioloog Ulrich Beck.

Dirk Geldof: “Beck situeert het ontstaan van wat hij de risicomaatschappij noemt in de laatste twee decennia van de twintigste eeuw. In die periode zien we steeds duidelijker de keerzijde van het succes van de industrialisering, de globalisering en de technologieontwikkeling in de vorm van globale risico’s zoals terreurrisico’s, milieuvervuiling, … Net voor hij zijn concept lanceerde, ontplofte de kerncentrale van Tsjernobyl, voor Beck een iconisch voorbeeld van wat hij bedoelde. En mocht hij nog leven, hij zou er ongetwijfeld ook de coronapandemie bij rekenen, die ons net als de bankencrisis of 9/11 op een harde manier confronteert met de risicomaatschappij.”

De sociale dimensie van risico’s

“Eigen aan risico’s is dat ze méér zijn dan een objectieve vaststelling, zoals hoeveel verkeersslachtoffers er vallen er op een jaar. Risico’s worden namelijk ook maatschappelijk ‘geënsceneerd’. Wat in een samenleving als een risico wordt ervaren is ook de uitkomst van een perceptiestrijd tussen verschillende maatschappelijke spelers: politici, belangengroepen, ngo’s – maar ook toneelgezelschappen kunnen daartoe bijdragen. De media spelen hierbij een belangrijke rol, net als hoe afwendbaar een risico is. Bij corona is er een duidelijk objectief risico: er zijn veel besmettingen, niet optreden zorgt onmiddellijk voor een impact in de ziekenhuizen en qua sterftes. Het komt ook dichtbij, het gaat over onze bejaarden, onze ziekenhuizen, … Daarom was er ook veel media-aandacht. Alles samen was er een heel dwingende ‘enscenering’.”

“Bij risico’s die niet zo een onmiddellijke impact hebben is er een veel grotere kans dat die makkelijker op de lange baan worden geschoven. Zo is de tabaksindustrie er vijftig jaar lang in geslaagd om alle gezondheidswaarschuwingen te minimaliseren. Ook inzake klimaat zie je dat de grote fossiele brandstofindustrieën hun investeringen zo lang mogelijk willen laten renderen en er dus alle belang bij hebben om risico’s te minimaliseren. Bij corona kon dat niet. Zelfs zware klimaatontkenners als Boris Johnson werden ziek en moesten naar het ziekenhuis.”

De kritiek luidt dat de enscenering van de crisis vrij eenzijdig vanuit de medische wetenschappers is gebeurd.

“De medische wetenschappen hebben de crisis te veel gedomineerd, maar niet in de eerste fase. Toen ging het over een urgent gezondheidsprobleem. Om dat te begrijpen moet je verstand hebben van virussen, van hoe besmettingen lopen. In deze fase was het logisch dat virologen op de voorgrond traden. Daarna was er een langzame maar inderdaad te beperkte verbreding van experten als het bijvoorbeeld ging over de psychologische en sociale gevolgen van de crisis.”

U bent hoopvol over hoe experten na corona ook in de klimaatkwestie weer meer gehoor zullen vinden. Anderzijds toont corona aan hoe snel ze in ongenade kunnen vallen.

“Ik wil daar genuanceerd over zijn. Eigenlijk heeft de coronacrisis in tijden van populisme de rol van wetenschappers tegenover het buikgevoel van politici aanzienlijk versterkt, zelfs in de VS van Fauci en Trump. Ook bij een groot deel van de bevolking bracht corona het geloof en vertrouwen in wetenschap terug, tot en met de vaccins. Ik hoop dat men de klimaatwetenschappers straks even ernstig gaat nemen. Maar inderdaad, ook expertkennis wordt aangevochten. Zeker als maatregelen ons levenscomfort raken, komt er weerstand tegen. Als het over het klimaat gaat willen mensen toch vlees blijven eten en blijven vliegen.”

Toch zien velen in corona een bewijs dat het kan, van het ene moment op het andere onze manier van leven veranderen?

“Corona heeft aangetoond dat als het water ons aan de lippen staat, we indringende maatregelen kunnen nemen, van de mondmaskers tot de nachtklok. Tegelijk zijn dit noodmaatregelen die niet lang vol te houden zijn en waarmee je ook geen klimaatcrisis te lijf gaat. Klimaatbeleid vraagt niet om noodmaatregelen maar om structurele ingrepen. Positief is dat die ons niet per definitie in onze vrijheid hoeven te beperken zoals bij corona. Mijn lamp blijft even hard branden als haar energie door de zon wordt opgewekt en niet uit steenkoolcentrales komt.”

De centrale stelling in uw boek Als risico’s viraal gaan is dat de coronacrisis meer is dan enkel een gezondheidscrisis, maar dat de pandemie duidelijk maakt dat de risico’s in onze samenleving erg ongelijk zijn verdeeld.

“Ik noem het virus een ongelijkheidsvirus, op verschillende manieren. Oudere mensen zijn bijvoorbeeld kwetsbaarder dan kinderen. Maar er is ook een sociaal aspect. Zo toont onderzoek, nu ook in België, aan dat mensen met een migratie- achtergrond grotere ziekte- en sterftecijfers hebben dan autochtonen. Niet omdat ze de regels niet naleven maar omdat ze bijvoorbeeld vaak in dichtbevolkte wijken wonen, in panden zonder tuin of terras, of omdat ze veel meer in contactberoepen werken. Verder werd het beleid te veel afgestemd op de middenklasse, op wie een huis had met voldoende kamers, voldoende computers en goeie wifi. Dat lockdownbeleid heeft de besmettingscurve naar beneden gekregen maar de prijs die we ervoor betalen is dat de curves van armoede en onderwijsongelijkheid nog heel lang op een heel hoog niveau zullen blijven. Intussen staan een pak middelen klaar voor een economisch relancebeleid, en dat is goed, ik hoor pleidooien om dat te koppelen aan het klimaatbeleid, wat absoluut noodzakelijk zou zijn, maar ik mis een geloofwaardig beleid om de sociale gevolgen van de crisis op te vangen.”

Meer dan om de herverdeling van de welvaart zal de sociale strijd zich in de 21ste eeuw daarbij moeten richten op de herverdeling van risico’s, zegt u. Maar wordt een risico net niet als iets individueel gezien? Als je rookt, loop je het risico op longkanker.

“Ik ben het daar fundamenteel mee oneens. Dat past in het individualiseringsverhaal dat we zelf voor onze loopbaan of ons besmettingsrisico verantwoordelijk zijn. Maar die individuele verantwoordelijkheden spelen zich af in een samenleving die systeemrisico’s met zich meebrengt. Een beleid moet die aanpakken. Pas daarna wordt het zinvol om aan ons als individu te appelleren. In het onderwijs bijvoorbeeld is al vaak aangetoond dat een leerling uit een kwetsbaar gezin veel meer inspanningen moet doen om zijn diploma hoger onderwijs te halen en niet in het watervalsysteem terecht te komen. Maar wat zien we? Voortdurend jongeren bij wie dat lukt. Die worden als rolmodellen naar voor geschoven. Maar dat gaat over een minderheid en impliceert dat het bij de andere 90% hun eigen schuld is dat ze er niet in lukken. De aanpak van systeemrisico’s wil zeggen dat als je dat watervalsysteem wil stoppen, je de leerprogramma’s moet aanpakken, de schoolcultuur, de bijscholing van leraren, zodat je onderwijs weer een emancipatiemachine wordt in plaats van een selectiemechanisme.”

Zal de crisis ertoe leiden dat dit soort ongelijkheden nu wél zal worden aangepakt?

“De crisis heeft bestaande ongelijkheden blootgelegd en voor een aantal groepen verergerd. Maar het is allesbehalve een automatisme dat die ongelijkheden eens de crisis achter de rug is ook zullen worden aangepakt en weggewerkt. Het lobbywerk vanuit de economische sector kan rekenen op een veel breder politiek draagvlak dan de aanpak van de sociale gevolgen van corona. Daarbij gaat men al te makkelijk uit van het zogenaamde trickle down effect: als de economie groeit dan zullen de andere problemen wel als sneeuw voor de zon verdwijnen. Het verleden leert dat dat niet zo is.”

“De medische en sociale impact hier en nu, daar krijgen we zicht op: hoeveel mensen zijn er gestorven, in armoede gevallen, werkloos geworden, … Maar wat de impact van de crisis morgen zal zijn, of die de deur zal openzetten naar een nieuw normaal, dat zal afhangen van het politieke en maatschappelijke debat over de richting die de samenleving na de zomer uit moet.”

Staat de groeiende polarisering dit debat niet in de weg?

“Nu de onmiddellijke urgentie afneemt, wint de machtsstrijd tussen politieke groepen en ideologieën weer aan belang. Au fond is dat ook de essentie van de democratie. Het is niet erg dat er conflicten zijn, hoe we ermee omgaan is belangrijk. En dan denk ik dat de goede politici diegenen zijn die voor verbinding zorgen en niet voor verdere polarisering. Dat risico is er, maar er is ook de stem van de zwijgende meerderheid. Het belang daarvan mag je niet onderschatten.”

Wat is tot slot de impact hierbij van het feit dat we elkaar al een jaar lang vooral ontmoeten via de sociale media, waar we vaak contact hebben met gelijkgestemden en waar fake news en complottheorieën welig tieren?

“Wat geloofwaardig en betrouwbaar is in een wereld die steeds verder digitaliseert is een belangrijke bezorgdheid als het gaat om je democratie leefbaar te houden. Dat staat ook enigszins los van deze crisis. Ook zonder corona zou er fake news zijn, er zouden ook complottheorieën zijn, maar dan over andere thema’s. Maar de crisis maakt wel duidelijk dat we fysieke wezens zijn. We delen blijdschap fysiek, we troosten elkaar lijfelijk. Eens we gevaccineerd zijn is het best dat we dat zo snel mogelijk normaliseren. Dat is ook voor het democratische debat van belang. Democratie is een werkwoord. Het is meer dan gaan stemmen. De Scouts of de hobbyclub zijn oefenplekken in democratische besluitvorming, je hebt die nodig. Die zijn nu wel tijdelijk on hold gezet of online gegaan, maar die komen terug.”

Als risico’s viraal gaan. Welke wereld na corona? (2020) www.acco.be/corona
Onzekerheid. Overleven in de risicomaatschappij. ( 2021) www.acco.be/onzekerheid

interview Joon Bilcke