BAKBEESTEN
Poëzie van José Vandenbroucke naar een tekst van M.
+++
mijn hondje is doodziek
het blaft nog amper
de meeuwen op het dak kunnen vliegen
ze hebben de open blauwe vlucht
wij hebben enkel onze gedachten
wij kunnen niet weg, wij zitten vast
ik ben een van hen
beperkt tussen de vier nauwe muren
ingeperkt, in dit huis gedwongen
opgesloten in de trage tijd
van zij die moeten wachten
tot iemand de deur open doet
wij horen de stappen
de stemmen van rechter en advocaat
wij horen de waarheid
van zij die beter weten
dit is mijn straf
rozen met te veel doornen moeten
verwijderd uit de tuin van het leven
paranoïde huisvrouwen moeten weg
uit de dagelijkse keuken
ze mogen zelf niet meer koken
ze krijgen hun eten
ze maken de anderen zot, ze storen
ze moeten opgesloten in het kot
mijn bakvriendin slaapt dag en nacht
ze wil de uren vergeten
sommigen krijsen als kraaien
op het galgenveld, ze willen weten
hoe laat het is, hoelang dit nog moet duren
sommigen roepen tijdens de maaltijd
ze vullen de zaal met leegte
ze laten het eetgerei jammeren
beschuldigen de wetten
ze zeggen niet ‘smakelijk’
ze kunnen er niet meer tegen
wie niet horen wil moet roepen
José Vandenbroucke