BOK

Triene Nottebaere ontving nog nooit zoveel kennis en inzicht.

Voor het project BOK Learning days ging een groep van twaalf mensen in Kortrijk op zoek naar stadsgenoten wiens stem normaal gezien niet wordt gehoord. Gedurende twee weekends in mei deden die hun verhaal in de BOKtent in het Van Raemdonckpark. Triene Nottebaere blikt terug op een klein en tegelijk groots project.

In het boek Dezelfde maan van Dorien Dijkhuis was ik geïntrigeerd door de zich steeds herhalende zin waarop de relatie van het hoofdpersonage gebaseerd was: “Vertel me eens iets wat ik nog niet weet.” Dit zou zowaar de titel kunnen zijn van het boeiende project BOK Learning days waar we met een heel toffe kern­groep onder de fantastische begeleiding van Flore en Joanna, aan gewerkt hebben. ‘BOK’ staat daarbij voor ‘Bodies Of Knowledge’, ‘Learning days’ voor het leren van levenskennis.

De voorbereiding met onze kerngroep was al een erva­ring op zich. In een tiental intense bijeenkomsten ontdekte ik nog meer de ware betekenis van luiste­ren, van vragen stellen (aan de hand van diverse tools zoals de 100vragenrol) en vooral ook van verbinden. Ik leerde nog bewuster en respectvol luisteren, zonder te onderbreken, of kwaliteitsvolle vragen stellen om de spreker de kans te geven dieper in te gaan op wat hij of zij wil zeggen, zonder tot commentaar of advies over te gaan, en op die manier meer connectie te maken.
Deze vaardigheden hielpen daarna in het zoeken, motiveren en ondersteunen van de ‘Bodies’, men­sen met waardevolle kennis wiens stem normaal gezien niet wordt gehoord. Zij deden hun verhaal tij­dens de Learning days in de BOKtent in het Van Raemdonckpark: in totaal zestien sessies verspreid over vier namiddagen, door mensen met een zeer diverse achtergrond over zeer uiteenlopende thema’s. Ik ben verstomd over de hoeveelheid inzicht en kennis die ik op deze manier dankbaar ontvangen heb. 

Vooroordelen

We leerden uit de verhalen hoe onze superdiverse samenleving een bron kan zijn van verbinding of conflict. Bepaalde cultu­rele aspecten bij Arabische volkeren met islamitische godsdienst kunnen bij ons een reden van ergernis zijn doordat we ze fout begrijpen. Wist je dat respect bij ons en bij hen een andere invulling heeft? Kinderen worden geacht de ogen neer te slaan als een volwassene tegen hen praat, anders wordt dit beschouwd als arrogant. In de westerse wereld daarentegen eist men dat een kind in de ogen kijkt. Oogcontact vermijden is eerder ver­dacht. Als vrouw een uitgestoken hand niet aanvaarden komt bij ons over als een afwijzing, voor hen is dit een vorm van licha­melijk contact die wordt voorbehouden voor de partner. Het bedekken van het lichaam en het dragen van een hoofddoek is meestal een vrije keuze en een teken dat je de stabiliteit in je relatie wil waarborgen. De vraag naar een vrouwelijke arts bij meisjes of vrouwen heeft te maken met hun visie op seksualiteit in de islamwet. Door ons meer bewust te zijn van deze cultu­rele verschillen, ons te verplaatsen in hun referentiekader en te begrijpen dat achter een bepaald gedrag ook waarden zitten, kunnen we meer respect opbrengen, onze stereotiepe vooroordelen loslaten en constructief met elkaar omgaan.

Helaas worden veel mensen van een andere origine op basis van hun uiterlijk niet aanvaard en wordt er in de media vooral nega­tief over hen gesproken. Terwijl veel van hen hier terechtgekomen zijn door pijnlijke omstandigheden. Ze lieten alles achter en ont­vluchtten hun land uit noodzaak. Ze komen naar hier met een droom, met hoop op beter leven. De persoonlijke verhalen over de moeilijkheden, de tegenstand en de ontgoochelingen die ze daarbij ondervinden grepen me aan. Ik kan me amper inbeel­den hoe een nieuwe start in een vreemd land, waarbij je alles opnieuw moet leren, is. En hoe die ‘papieren, papieren, papieren’, de inburgering, de taal leren, een opleiding volgen, de zoektocht naar werk en een woning, geen evidentie is. Als je dan ook nog de zorg voor een gezin hebt met schoolgaande kinderen bestaan de dagen uit ‘lopen, lopen, lopen’ om alles in orde te krijgen. Dat vraagt veel doorzettingskracht terwijl velen het gevoel hebben dat ze zich dubbel moeten bewijzen om geen mikpunt te worden van racistische opmerkingen of discriminatie.

Door ons meer bewust te zijn van deze culturele verschillen, kunnen we meer respect opbrengen, onze stereotiepe vooroordelen loslaten en constructief met elkaar omgaan.

Gemis

Daarnaast is er ook het gemis aan bepaalde zaken waar wij in het jachtige ritme waarin wij leven, de rush van ’s morgens tot ’s avonds, elk in onze eigen privé, geen oog meer voor hebben. Het is veilig in ons land, er is geen oorlog, geen gevaar buitenshuis. Maar in het straatbeeld geen spelende kinderen, in het park geen burgers die samenkomen om te praten, te eten, te genieten van dag tot dag van elkaars gezelschap. Wij ‘passeren’ door het park om van hier naar daar te gaan. En hoe zit het met onze zorg voor elkaar? ‘Grijs aan zet’ lijkt wel een utopie… Wij verstoppen onze ouderen in tehuizen waar anderen, vreemden, voor hen zorgen. Onze familiebanden van weleer zijn verbroken. Daartegenover staan zij die onvrijwillig, door oorlogsomstandigheden, van elkaar gescheiden zijn maar een sterke connectie met hun land en een hechte band met hun volk blijven behouden. De persoon­lijke wens maakt plaats voor een collectieve droom: de sterke trotse wil om te leven, te overleven en ooit terug te mogen keren naar een eigen vrij land.

Uiteraard zullen er steeds verschillen blijven, dat maakt onze wereldbevolking zo uniek. We hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn, sommige barrières zijn moeilijk te overbruggen. Maar als we in de geest van Amor Mundi, liefde voor de wereld, bereid zijn om zorgvuldig om te gaan met elkaar door interesse te tonen en in dialoog te gaan, kan dit een eerste stap zijn van liefdesverzet tegen verrechtsing, polarisatie en radicalisering. Ik vond de sessie over het initiatief ‘Allez vous faire aimer’ een mooi voorbeeld. De term betekent het omgekeerde van ‘Allez vous faire foutre’ – of met andere woorden, ‘trekt uwe plan!’ Iedereen die het wil horen wordt met deze oproep uitgenodigd om het persoon­lijk engagement aan te gaan om zacht te zijn voor elkaar, neen te zeggen tegen onrecht en ja tegen de wereld.

Erbij horen

Dit houdt ook in dat we aandacht hebben voor zij die een zwakkere positie hebben. Het verhaal van twee jongeren over pestgedrag en hoe je daar als slachtoffer kan mee omgaan was mij niet vreemd door mijn gewezen job in het onderwijs. Maar de pijn en het verdriet dat dit met zich meebrengt ken ik niet. Van jongs af aan gepest worden omwille van je anders zijn maakt je erg eenzaam omdat je je afsluit van de anderen. Pas als je op latere leeftijd een goede vriendenkring hebt komt het besef dat erbij horen en aanvaard worden een gelukkig mens van je maakt. Wat mij zeker bijbleef was de dringende noodzaak om hier meer aandacht voor te hebben door hulpverleners en leerkrachten.

Ook door het leven gaan met een aangeboren ziekte heeft veel gevolgen. Ik was mij niet bewust van de moeilijkheden die er kunnen zijn bij het leven met een hartafwijking waardoor je onophoudelijke cardiologische onderzoeken en medicatie nodig hebt. Er is bijzondere zorg en liefde nodig door de mensen die je omringen. Dat dit niet steeds het geval is door buitenstaan­ders getuigde dit verhaal. Onbegrip op school door bepaalde leerkrachten, concentratiestoornissen door de vele medicatie en operaties met als gevolg geen gemakkelijke keuze om een juiste leerrichting te vinden, lange wachtlijsten voor de nodige psycho­logische ondersteuning, een steeds veranderende werkomgeving met depressie als gevolg… Maar evenzeer de mooie momenten, de onvoorwaardelijke liefde van de mama die haar steeds als een gewoon kind behandelde, de opleiding kunstgeschiedenis en grafische kunsten en de ontwikkeling van de creatieve talenten in sociaal-artistieke projecten en vrijwilligerswerk gaven veel energie.

Een nieuwe kans

Zorgzaam zijn voor elkaar betekent zeker ook aandacht voor hen die om één of andere reden uit de  boot dreigen te vallen, die aan de rand van de maatschappij leven, die ongehoord of ongezien zijn.   De weg kwijt geraken kan iedereen overkomen. Ik vond het bijzonder dat er in onze BOKtent ook   plaats was om kwetsbare mensen die een nieuwe kans krijgen aan het woord te laten.

De weg kwijt geraken kan iedereen overkomen. Ik vond het bijzonder dat er in onze BOKtent ook plaats was om kwetsbare mensen die een nieuwe kans krijgen aan het woord te laten.

Hoe doe je dat, ontwennen van een drugsverslaving? Het werd ons duidelijk dat aan druggebruik   meestal een pijnlijk verleden voorafgaat, dat het een surrogaatoplossing is om problemen te   verdoezelen. Dat het experimenteel begint maar helaas van kwaad naar erger gaat, met een   verborgen leven en leugens als gevolg. Hoezeer de wil er ook is om te ontwennen, het is een strijd om clean te kunnen blijven. Hoewel er hulpinstanties zijn is de lange wachtlijst voor velen een obstakel om door te gaan. Hergebruik bij moeilijkheden is voor velen een feit. “Het was een doolhof in mijn hoofd” is een zin die lang nazinderde. Gelukkig bestaat er een crisisopvang voor noodsituaties waardoor de kans om op straat te belanden kan vermeden worden. Eén ding werd sterk benadrukt: het belang van de eigen wil voor een opname, om beter te worden, niet omdat het moet van of voor iemand anders. Pas dan kan er toekomstgericht gewerkt worden, dag per dag. De belofte dat het nooit meer zal gebeuren is echter nooit een garantie. Ook in dit verhaal is vrijwilligerswerk in een soci­aal-artistiek kader een extra stimulans. “Het gaat nu goed met mij” was dan ook een aangrijpende slotzin. Er is de droom om iets terug te doen voor de maatschappij door te gaan getuigen in scholen bij jongeren over de gevaren van drugsgebruik.

Hoe keer je terug in de maatschappij na detentie? De titel van de sessie ‘Voor de samenleving vóór we het vergeten’ gaf het besef weer dat de aangebrachte schade hersteld moet worden. Detentie is loutering. Schuldbesef en schaamte omzetten in kracht, niet langer de rol van gekwetste of eenzame crimineel aannemen maar je eigen identiteit weer omarmen en de kans benutten om als een betere versie van jezelf opnieuw aan te kloppen bij de samenleving. Ik begrijp dat dit geen evidentie is. Al te vaak krijgen mensen met een strafregister het label ‘misdadiger’. Maar ik besef dat het ‘feit’ geen synoniem is voor de persoon. Bij velen speelt een verleden zonder stevig netwerk een rol. Een misstap behoeft geen eeuwige straf. Toch is onze maatschap­pij helaas vooral gestoeld op straf in plaats van herstel, ook al biedt opsluiting geen enkele garantie om daders op het rechte pad te krijgen. Volgens Einstein is de definitie van waanzin: “Telkens hetzelfde doen maar een andere uitkomst verwachten.” Detentiehuizen zijn een waardevol initiatief om daar veran­dering in te brengen. Een bewoner en een personeelslid gaven ons inzicht in de meerwaarde ervan. Het is een ‘samenverhaal’. Je ziet er geen hoge muren met tralies en ijzeren deuren maar een huis. Er zijn geen cipiers in uniform maar begeleiders. Men spreekt elkaar met de voornaam aan, leeft in groepen in een leef­ruimte en in leuke kamers per twee waar men een eigen sleutel van heeft. Men draagt geen plunje maar burgerkledij, er is bewe­gingsvrijheid gedurende de dag, er is een gezellige tuin om elkaar te ontmoeten en te ontspannen. Er is liefdevolle gerichte hulp­verlening in het kader van herstel. Vanaf de eerste dag wordt nagedacht over: wat kunnen we voor je doen? Het geeft een soort thuisgevoel dat voor menigeen onbekend is. Het is als het ware een penitentiaire revolutie. Een warme, veilige plek voor kwets­bare mensen. “Het gaat nu goed met mij” was dan ook hier een emotionele uiting met de wens om na einde detentie weer echt gelukkig te zijn en te kunnen functioneren als brugfiguur tussen de maatschappij en gedetineerden.

Mens sana in corpore sano

Een gezonde geest in een gezond lichaam. Dit motto dekt de lading van aspecten die ook in onze tent verteld werden. Aan de hand van een dansvoorstelling, met vloeiende bewegingen vanuit het hart, begrepen we dat zelfliefde, de acceptatie van je lichaam en je zijn, energie geeft en gelukkig maakt en een voorwaarde is om anderen te kunnen graag zien. Ook poëzie is een heel per­soonlijke verbinding met jezelf. Een tiener gaf ons haar emoties in Overthinking of The perfect day, gedichten over mentale moeilijkheden die gevoelens beter helpen begrijpen, geschreven zonder rekening te houden met ritme en regels en zonder cor­recties nadien. Iemand die de zes grote wereldmarathons had gelopen vertelde over de transitie die hij maakte: van prestatie­gericht lopen naar de meer filosofische benadering van lopen, waarbij het onderweg zijn op eigen ritme de geest kan vrijmaken en de wilskracht om vol te houden kan stimuleren.

De sessie over natuurlijk bewegen gaf ons zin om in het dage­lijks leven op verschillende niveaus te ‘verwilderen’. Ons lichaam is de oerkracht kwijt. Er is een tendens van ‘rewilding’ in de stad door tegelwippen voor geveltuintjes of ‘guerilla gardening’. Ook de mens heeft dit nodig. Voor fitness of sporten met weinig vari­atie bestaan heel wat alternatieven, zoals trailrunnen, parcours of methode naturel. In het dagelijks leven kan je op blote voeten lopen, wandelen op gras of zand in plaats van op de weg, gere­geld op de grond zitten, eens rechtstaan aan je bureau of zoals een kind klimmen, springen, kruipen of hangen. Wij weten het nu wel: “De beste beweging is de volgende!” Over weer connec­tie maken met de natuur vertelde een fervente kippenliefhebber. Bomen planten, kippen houden en er ook echt van houden, veel buiten leven gaven het inzicht in de essentie van het leven: dat alles en iedereen in de schepping met elkaar verbonden is en dat elk wezen zijn nut heeft in de natuur.

De oproep om zorg te dragen voor moeder aarde viel niet in dovemans oren. In een interactieve sessie zagen we tal van voorbeelden hoe bij Oekraïense vrouwen de recyclagecultuur vanzelfsprekend is. Met veel fantasie geven ze tweedehandskle­dij uit De Kringloopwinkel een nieuwe look. Stukjes aanzetten, extra zakken opnaaien of allerlei versiersels gebruiken, maken oude kledij tot een uniek creatief stuk. Een andere arbeidsinten­sieve creativiteitsvorm, het werken met glas in lood, heeft voor ons geen geheimen meer. De verschillende methodes werden heel begeesterd uitgelegd. Woorden zoals glassnijder, loodprofielen, mastiek en braamkes klinken ons voortaan niet meer vreemd in de oren.

Wie zijn wij, wie is ieder van ons, behalve een optelsom van ervaringen, kennis, lectuur, verbeeldingskracht? Ieder leven is een encyclopedie, een bibliotheek.

We werden ook vergast op een mooi liefdesverhaal over gren­zen heen. Hoe pijnlijk het was voor een jong meisjeshart om afscheid te nemen van haar eerste vakantieliefje, in Mexico, dertig jaar geleden. Hoe ze brieven schreven maar de band toch doodbloedde. Door de opkomst van internet vonden ze elkaar terug op Facebook. Doordat elk ondertussen een eigen leven had opgebouwd bleef het bij oppervlakkige berichtjes. Een acht­tal jaar geleden kwam via Messenger het bericht dat de oma in Mexico gestorven was. Sindsdien kwamen gevoelens van vroe­ger weer naar boven, kwam een steeds intensere communicatie en met een ticket richting Mexico een rollercoaster van emoties en veranderingen op gang. “Wat doen we ermee?” was dan ook de hamvraag. Iemand moest beslissen om te verhuizen. De eerste poging bracht een emotionele crisis teweeg met terugkeer naar het thuisland. Maar door het geloof in de kracht van de liefde werd het traject hervat en heeft België er een gelukkig liefdespaar bij.

De BOKtent was een veilige plek waar iedereen in vertrouwen zijn of haar verhaal kon delen en waar respectvol geluisterd werd. Ik zou het fijn vinden als er in de toekomst tijd en ruimte zou gemaakt worden voor gelijkaardige publieke leerplekken. Ik citeer hierbij enkele woorden van Italo Calvino: “Wie zijn wij, wie is ieder van ons, behalve een optelsom van ervaringen, ken­nis, lectuur, verbeeldingskracht? Ieder leven is een encyclopedie, een bibliotheek.” Ik nodig iedereen uit om bij elkaar in de leer te gaan!

Gemis

Daarnaast is er ook het gemis aan bepaalde zaken waar wij in het jachtige ritme waarin wij leven, de rush van ’s morgens tot ’s avonds, elk in onze eigen privé, geen oog meer voor hebben. Het is veilig in ons land, er is geen oorlog, geen gevaar buitenshuis. Maar in het straatbeeld geen spelende kinderen, in het park geen burgers die samenkomen om te praten, te eten, te genieten van dag tot dag van elkaars gezelschap. Wij ‘passeren’ door het park om van hier naar daar te gaan. En hoe zit het met onze zorg voor elkaar? ‘Grijs aan zet’ lijkt wel een utopie… Wij verstoppen onze ouderen in tehuizen waar anderen, vreemden, voor hen zorgen. Onze familiebanden van weleer zijn verbroken. Daartegenover staan zij die onvrijwillig, door oorlogsomstandigheden, van elkaar gescheiden zijn maar een sterke connectie met hun land en een hechte band met hun volk blijven behouden. De persoon­lijke wens maakt plaats voor een collectieve droom: de sterke trotse wil om te leven, te overleven en ooit terug te mogen keren naar een eigen vrij land.

Uiteraard zullen er steeds verschillen blijven, dat maakt onze wereldbevolking zo uniek. We hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn, sommige barrières zijn moeilijk te overbruggen. Maar als we in de geest van Amor Mundi, liefde voor de wereld, bereid zijn om zorgvuldig om te gaan met elkaar door interesse te tonen en in dialoog te gaan, kan dit een eerste stap zijn van liefdesverzet tegen verrechtsing, polarisatie en radicalisering. Ik vond de sessie over het initiatief ‘Allez vous faire aimer’ een mooi voorbeeld. De term betekent het omgekeerde van ‘Allez vous faire foutre’ – of met andere woorden, ‘trekt uwe plan!’ Iedereen die het wil horen wordt met deze oproep uitgenodigd om het persoon­lijk engagement aan te gaan om zacht te zijn voor elkaar, neen te zeggen tegen onrecht en ja tegen de wereld.

Erbij horen

Dit houdt ook in dat we aandacht hebben voor zij die een zwakkere positie hebben. Het verhaal van twee jongeren over pestgedrag en hoe je daar als slachtoffer kan mee omgaan was mij niet vreemd door mijn gewezen job in het onderwijs. Maar de pijn en het verdriet dat dit met zich meebrengt ken ik niet. Van jongs af aan gepest worden omwille van je anders zijn maakt je erg eenzaam omdat je je afsluit van de anderen. Pas als je op latere leeftijd een goede vriendenkring hebt komt het besef dat erbij horen en aanvaard worden een gelukkig mens van je maakt. Wat mij zeker bijbleef was de dringende noodzaak om hier meer aandacht voor te hebben door hulpverleners en leerkrachten.

Ook door het leven gaan met een aangeboren ziekte heeft veel gevolgen. Ik was mij niet bewust van de moeilijkheden die er kunnen zijn bij het leven met een hartafwijking waardoor je onophoudelijke cardiologische onderzoeken en medicatie nodig hebt. Er is bijzondere zorg en liefde nodig door de mensen die je omringen. Dat dit niet steeds het geval is door buitenstaan­ders getuigde dit verhaal. Onbegrip op school door bepaalde leerkrachten, concentratiestoornissen door de vele medicatie en operaties met als gevolg geen gemakkelijke keuze om een juiste leerrichting te vinden, lange wachtlijsten voor de nodige psycho­logische ondersteuning, een steeds veranderende werkomgeving met depressie als gevolg… Maar evenzeer de mooie momenten, de onvoorwaardelijke liefde van de mama die haar steeds als een gewoon kind behandelde, de opleiding kunstgeschiedenis en grafische kunsten en de ontwikkeling van de creatieve talenten in sociaal-artistieke projecten en vrijwilligerswerk gaven veel energie.

Een nieuwe kans

Zorgzaam zijn voor elkaar betekent zeker ook aandacht voor hen die om één of andere reden uit de boot dreigen te vallen, die aan de rand van de maatschappij leven, die ongehoord of ongezien zijn. De weg kwijt geraken kan iedereen overkomen. Ik vond het bijzonder dat er in onze BOKtent ook plaats was om kwetsbare mensen die een nieuwe kans krijgen aan het woord te laten.

Hoe doe je dat, ontwennen van een drugsverslaving? Het werd ons duidelijk dat aan druggebruik meestal een pijnlijk verleden voorafgaat, dat het een surrogaatoplossing is om problemen te verdoezelen. Dat het experimenteel begint maar helaas van kwaad naar erger gaat, met een verborgen leven en leugens als gevolg. Hoezeer de wil er ook is om te ontwennen, het is een strijd om clean te kunnen blijven. Hoewel er hulpinstanties zijn is de lange wachtlijst voor velen een obstakel om door te gaan. Hergebruik bij moeilijkheden is voor velen een feit. “Het was een doolhof in mijn hoofd” is een zin die lang nazinderde. Gelukkig bestaat er een crisisopvang voor noodsituaties waardoor de kans om op straat te belanden kan vermeden worden. Eén ding werd sterk benadrukt: het belang van de eigen wil voor een opname, om beter te worden, niet omdat het moet van of voor iemand anders. Pas dan kan er toekomstgericht gewerkt worden, dag per dag. De belofte dat het nooit meer zal gebeuren is echter nooit een garantie. Ook in dit verhaal is vrijwilligerswerk in een soci­aal-artistiek kader een extra stimulans. “Het gaat nu goed met mij” was dan ook een aangrijpende slotzin. Er is de droom om iets terug te doen voor de maatschappij door te gaan getuigen in scholen bij jongeren over de gevaren van drugsgebruik.

Hoe keer je terug in de maatschappij na detentie? De titel van de sessie ‘Voor de samenleving vóór we het vergeten’ gaf het besef weer dat de aangebrachte schade hersteld moet worden. Detentie is loutering. Schuldbesef en schaamte omzetten in kracht, niet langer de rol van gekwetste of eenzame crimineel aannemen maar je eigen identiteit weer omarmen en de kans benutten om als een betere versie van jezelf opnieuw aan te kloppen bij de samenleving. Ik begrijp dat dit geen evidentie is. Al te vaak

Triene Nottebaere

Met warme dank aan Marcel, Lidia, Lieven, Amirah, Simon, Alaa, Martha en Jurgen, Sabreen, Phil en Delphine, Tom, Sam-Luan, Trui en Fleur, Stephanie, Halima, Kenzo, Alexandra, Anja, Fennel, Jolan, Linde, Lisa, Natalia, Ruth, Robert, Vanessa, Flore en Joanna

 

De Gazet