Even weg 

Marijke Dejaeghere vertaalt De Gazet in een rist zomerboeken.

Met de zomervakantie in het vooruitzicht (en ook omdat het niet àltijd over muziek moet gaan) geeft Marijke je haar persoonlijke leestips mee. Ze koos, los van literaire waarde, hoogst of langst genoteerde stip in boekenlijsten, een mix van titels en auteurs die de thema’s van deze Gazet weerspiegelen.

Als daar zijn: samenleven in diversiteit, emigreren of ergens als vreemdeling gezien worden en zo belet worden dáár je plekje te vinden, de macht van het massadenken en wat dit kan aanrich­ten in een samenleving, maar ook de individuele liefde tussen twee mensen waarbij hun afkomst, herkomst of religie diame­traal tegenover elkaar staan, ja zelfs oorlogen laten beginnen, in naam van… ja, van wàt eigenlijk? De Trojaanse oorlog, weet u nog?

Maar laat me beginnen met het boek dat ik meest recent gelezen heb.

DE BEKEERLINGE
Stefan Hertmans, 2016

Wat een verhaal schreef Stefan Hertmans, auteur ook van het eerder verschenen Oorlog en terpentijn, dit keer. Een roman, gebaseerd op waargebeurde feiten, met mensen van vlees en bloed, ergens levend in de elfde eeuw. De vrouw naar wie de titel verwijst, is Vigdis, dochter-jonkvrouw uit een christelijke welge­stelde familie met fanatieke achterban. Ze valt voor een Joodse jongen en door deze verboden, onmogelijk geachte liefde, moeten ze vluchten. Doorheen het Europa en het Midden-Oosten van de Middeleeuwen, in een onherbergzaam decor, opgejaagd door pogroms en de kruistochten, zoeken ze naar een veilige plek waar ze zich welkom en beschermd weten.

CHRISTUS WORDT WEER GEKRUISIGD
Nikos Kazantzakis, 1948

Een totaal ander boek is dit, van de auteur van Zorba de Griek, waarin die voluit gaat in zijn filosofische en maatschappelijke opvattingen in de levensechte wereld van een dorp. Het verhaal situeert zich aan de vooravond van de Grote Griekse catastrofe in 1922, de verdrijving van alle Grieken van het Turkse vaste­land. We volgen het wedervaren van een groep haveloze Griekse vluchtelingen – vrouwen, oude mannen en kinderen die stran­den in een welvarend Grieks dorp in Osmaans Turkije. Aangezet echter door de notabelen van het dorp, zijn de meeste inwoners de nieuwkomers zeer vijandig gezind. Maar enkele jongeren ontfermen zich over de noodlijdenden en betrekken hen in het zevenjaarlijkse passiespel dat wordt voorbereid. Er wordt zo hard in de rol opgegaan en de identificatie met het bijbels personage dat vertolkt dient te worden is zo sterk dat de dorpswerkelijk­heid en het lijdensverhaal van Christus in elkaar beginnen over te gaan. Tot het bittere einde? Geen gemakkelijk boek, de span­ning stijgt naarmate het boek vordert. Of het boek een happy kent, ontdekt en beoordeelt u best zelf.

OOGST
Jim Crace, 2013

Nog een boek over de angst voor onbekenden, of hoe mensen bang worden (gemaakt) voor nieuwkomers, het onbekende en de rangen dan ook sluiten tégen vreemdelingen. Het verhaal speelt zich af in een dorp op het Engelse platteland – rond 1700, in de laatste dagen van de oogsttijd. Terwijl de zeisen nog zwaaien, komt een eenling aan in het dorp. Niks bedrei­gends: een tekenaar van kaarten die het dorp en de velden (in opdracht van, en met een duidelijke bedoeling) opmeet en in kaart brengt. Wat even later wèl onrust onder de hechte dorpsgemeenschap brengt, is de komst van drie andere onbe­kenden. Want breekt er op diezelfde laatste dag van de oogst niet net ook een brand uit? Twee rookpluimen richten zich op en meteen heeft het dorp de daders in het vizier. Wanneer ook een neef van de landeigenaar opduikt en een heksenjacht dreigt, verandert het verhaal helemaal van toon.

Een tijdloos sprookje, voor grote mensen. Maar ach, ook in sprookjes voor kinderen gebeuren wrede dingen, niet?

IK BEN EEN EILAND
Tamsin Calidas, 2020

Een totaal ander verhaal! Niet gedreven door noodzaak, oorlog of economische redenen, maar louter om een droom te realiseren, besluit de auteur, samen met haar partner, te verhuizen naar een klein onbekend Schots eiland op de Hebriden. Daar zit echter nié­mand van de gesloten eilanders op hun komst te wachten. Ook het idyllische van hun wensdroom gaat al snel verloren – mede door een onvervulde kinderwens en een spaak lopend huwelijk. Het wordt pure, bittere ellende. Maar voor de schrijfster (ja, het is autobiografisch) is terugkeren geen optie. Integendeel, meer en meer gaat ze op in het ruwe landschap en klimaat van het eiland en leert ze leven op het ritme van het eiland. Een vorm van aan­passing dus, hier aan de natuur, die uiteindelijk ook de redding in zich houdt. Een boek over eenzaamheid, veerkracht en zelfontdek­king, en een ode aan het menselijke overlevingsinstinct.

Hoeveel mensen er momenteel moeten teren op deze eigenschap is onbekend, of is niet te tellen. Op zoveel plaatsen worden men­sen tot het uiterste uitgedaagd om toch maar, met de moed der wanhoop, verder te gaan – in de hoop om dan toch maar te ‘overleven’.

HET KLEINE PARADIJS
Victoria Hislop, 2011

Naar het Thessaloniki van 1917 dan. Een welvarende, multi­culturele stad, waar christenen, joden en moslims vreedzaam samenleven. Terwijl Dimitri Komminos wordt geboren, breekt een grote brand uit in de stad. Het is een eerste dramatische gebeur­tenis in een reeks die de verschillende bevolkingsgroepen uit elkaar zal drijven en de stad hierdoor ingrijpend verandert. Vijf jaar later vlucht een jonge vrouw, Katerina, naar Griekenland nadat haar dorp in Klein-Azië verwoest werd door Turkse troe­pen. Hierbij raakt ze haar moeder kwijt en belandt ze in haar eentje op een boot met onbekende bestemming. Het verhaal van deze twee mensen brengt ons uiteindelijk naar Thessaloniki in het jaar 2007 waar een half Griekse, half Engelse jongeman voor het eerst het levensverhaal van zijn grootouders hoort en beseft dat hij een beslissing moet nemen.

Een blijvend actueel gegeven over joden, christenen en moslims die door het lot en de loop der geschiedenis, samen moeten leven. Of eerder, zoals de dagelijkse berichtgeving anno 2024 ons toont, over dat dit meer dan ooit, niet lukt. Onmenselijk. Ontmenselijkt. Ook de overtocht per boot, naar een onbe­kende bestemming, klinkt ons bekend in de oren…

HET VERSLAG VAN BRODECK
Philippe Claudel, 2007

In dit gitzwarte boek lezen we hoe Brodeck, aangesteld door de dorpsgenoten, een verslag moet maken over de moord op De Anderer – een vreemdeling die enkele maanden eerder in het dorp kwam wonen. Hij wordt opgedragen een ver­slag te maken zonder al te veel details, enkel feiten, zodat duidelijk wordt dat de dood van de vreemdeling onver­mijdelijk was. Brodeck ontdekt echter al snel méér dan de bedoeling was. Hij besluit naast het officiële verslag ook een persoonlijk document bij te houden. Al schrijvend wordt hij herinnerd aan zijn deportatie naar het kamp waar hij al zijn waardigheid verloor, en komt hij er achter wat zijn vrouw is aangedaan tijdens zijn afwezigheid. Dit boek is een parabel op de Shoah waarin het woord ‘jood’ niet één keer voorkomt. Haarscherp wordt hier geschetst tot welke gruwe­lijkheden mensen in staat zijn om zichtzelf te redden, tegen alle angst in.

Dit boek staat hier bij mij in 2 versies in de boekenkast. De gewone geschreven versie, maar ook getekend in een zwart/wit graphic novel, uit de pen van Manu Larcenet. Indrukwekkend hoe treffend ‘zwart’ dit boek wordt getekend: traag, haarscherp, beklemmend. Wat bij de verfilming van een boek soms wordt gezegd, dat de film beter is dan het boek, gaat zeker op voor de verstripping van dit verhaal. Geen lichte kost, zeker niet, maar zeer zeker de moeite. Een rauwe ontdekking.

Ik rond af met een compleet ander verhaal. Lichtere kost, en makkelijker verteerbaar dus, maar een kleinood dat ook zijn plek verdiend op uw leeslijst. Van dezelfde Philippe Claudel verscheen in 2005 Het kleine meisje van meneer Linh. Een pareltje met meerdere sterren. Het verhaal van een immigrant, met zijn kleine meisje, gevlucht uit een onbestemd Oosters land. Veel lichter dan Het verslag van Brodeck, heel wat aangenamer want soms met de glimlach te lezen, in een heel andere setting. En toch ook hier weer het thema van ‘als vreemde ergens aankomen’ in een land waar je de taal niet begrijpt. Waar je zelf niet begrepen wordt, maar waar je met een beetje geluk toch nog op een beetje mense­lijkheid botst.

HET KLEINE MEISJE VAN MENEER LINH
Philippe Claudel, 2005

Met nog deze bedenkingen indachtig:
Ik ben géén taalkundige, maar koos deze boeken louter en alleen omdat ze me bij het lezen vastgrepen. Gewoon door het verhaal zelf dus. Wetende dat smaken verschillen…;
Deze keuze is zeer zeker beperkt, maar u vindt ongetwijfeld zelf ook nog boeken in de bib of in uw eigen boekenkast die deze thema´s behandelen;
Niets van deze bijdrage werd gecreëerd door chatGPT. Alles passeerde onder mijn eigen vingergetik op mijn eigen échte toetsenbord;
En nu trek ik mij in mijn zetel terug met De 8 knikkers van Qadir, een boek van Qadir Nadering en Leo Bormans.

Marijke Dejaeghere

De Gazet