Genoeg is genoeg

Lieven Bossuyt stelt zich een wereld voor waarin de woorden waarover we beschikken eindig zijn.



{000 000 000}

Wards nachtrust was verlopen zoals verwacht, in horten en stoten. “Goeiemorgen ma, pa, zus.” De volgende reeks woorden op zijn tong laat hij liggen. Hij is er nog niet uit in welke volgorde hij ze over zijn lippen zal laten vloeien.

De jeans die oom Donald vanuit San Fernando Valley Californië had opgestuurd ter gelegenheid van deze speciale gebeurtenis spande dusdanig dat de aftekening ter hoogte van de rits iets te scherp was. De toeschouwer moest zijn verbeelding niet aanspreken en het gegiechel was oorverdovend

Moeder strijkt Wards nekharen tegendraads en leest zijn boodschap met half toegeknepen ogen af. Het duurt langer dan gemiddeld. Ze kan het zich niet permitteren om een fout te maken. Ze schrijft traag en duidelijk op een briefje en geeft het aan vader. Vader mailt het naar de bakker. Een zondvloed van woorden stroomt de mond binnen. Ward slikte ze moedig, kokhalzend terug in. Vandaag blijven de klanken binnensmonds.

Na een dag waarin de stilte het laatste woord had, wordt deze onderbroken door een dingeling-dong. “Proficiat {60 248 789}!” De bakker op pensioenleeftijd overhandigt met grote flair een goed ruikende uitnodigende doos. Iedereen schuift zijn benen in alle stilte onder tafel. Pa haalt met de meeste voorzichtigheid de ‘gâteau fruits’ uit de doos en plaatst ze op tafel. Iedereen kijkt aandachtig naar de roze marsepijnen cijfers, en leest: “{307 789 312}” Succes! Ma geeft Ward een dikke knuffel. “Proficiat Wardje {132 352 500}”, fluistert ze in zijn oor, met haar rechterhand Ward’s nekharen strelend. De eerste twee woorden van de dag verlaten met een aanzienlijke hoeveelheid speeksel Wards mondholte. “Dank u {307 789 310}!” “Ma, die broek van oom Donald spant te veel, ik word uitgelachen {307 789 298}.” “Maar Ward, ze zal wel een beetje rekken met dragen {132 352 490}.” “Wanneer krijg ik een taart ma?” “Nog 3 jaar geduld, zus {132 352 485}.”

Ward kijkt naar het lange marsepeinen cijfer op de ‘gâteau fruits’. Ward is eerder een praakwaterval. Maar het aantal woorden zal vanaf nu zorgvuldig worden afgewogen. De keuze van woorden en de volgorde waarin ze worden gesproken zijn vanaf nu van groot belang. Welke woorden spreekt hij uit, welke zet hij in wacht of welke belanden in de prullenmand? De teller telt meedogenloos af.

Ward is optimistisch. {307 789 298} is al bij al nog zo slecht niet. Enkel de essentie zal nu nog van tel zijn, herhalingen vermijden. Herhalingen, het doet Ward denken aan oom Donald. Ssst… stil, er wordt niet veel gesproken over oom Donald. Niet meer. Volksmenner Donald paste op ieder beeldscherm perfect binnen het frame, zijn woordenratel nam het volk mee op een LSD-trip, de landing was hard. Genoeg is genoeg! “{000 000 000}”, schreeuwde Donald.

+++

Tapijt

Met hulp van de EAR (Electronical Ear Recorder) heeft wetenschappelijk onderzoek bewezen dat een mens gemiddeld 15.000 woorden per dag produceert. Tot verbazing van de mannelijke soort is het woordverbruik van de man iets minder, maar verwaarloosbaar, ten opzichte van de vrouwelijke woordproductie. Zoals ieder gemiddelde is dit getal niet voor iedereen relevant. De radiopresentator zal aan een veelvoud van woorden zitten terwijl de leraar gebarentaal met veel minder de dag zal doorkomen. De doofstomme medemens heeft dan weer geen boodschap aan dit onderzoek.

Hoeveel van die woorden effectief, zinvol, motiverend, deugddoend, zalvend zacht zijn, zou een vooruitstrevender onderzoek zijn. Tot mijn irritatie wordt mijn brein dagelijks gevuld met woorden. Woorden die ik moet analyseren op waarheid, oprechtheid, efficiëntie, realiteitswaarde en wat ik er in godsnaam mee zal aanvangen. Het beeld van de haas die met spitse lepels de mistige weide overschouwt op zoek naar een sappig wortelveld vergt weinig analyse. Hoe zou een samenleving functioneren als het aantal woorden eindig zou zijn. Wat als we bij onze geboorte een beperkt aantal woorden zouden meekrijgen? Dat aantal bevindt zich op het achterhoofd maar laat zich pas volledig lezen bij de leeftijd van 18 jaar. De eindigheid van het leven kan het leven juist zinvoller maken. Zou dit ook zo zijn met betrekking tot het produceren van woorden? Zou Ward de realiteit genuanceerder weergeven? Wordt de realiteit niet gevormd door het roepen van meningen? De drang om een mening te verkondigen is heel groot bij onze soort. Het is twijfelachtig dat onze omgeving stiller zou worden. Hoe luider en hoe meer woorden, hoe meer aanhoorders. De stille soort hoort er niet altijd bij. Laten de stillen zich overstemmen door de schreeuwers of sparen ze hun woorden en spreken ze bedachtzamer?

Verzet

Onder het motto, vragen stellen is het begin van alle verzet, wat wordt uw allerlaatste zin? “Ik heb je graag”, of eerder “Kust mijn kloten!”, wat kies jij? “Kom binnen”, of “Weg!”? Is minder woorden meer? Zijn we bang van de stilte?

Als het aantal woorden beperkt zou zijn, zou de repliek van de aanhoorders dan minder zijn als de schreeuwers hun mening opdringen? Is het net deugddoend voor de schreeuwers dat de aanhoorders hun repliek inslikken? Zouden de pastoor, imam, rabbijn of goeroe hun zingevende praatjes korter maken? Zouden woorden zachter worden? Zou het niet zoveel uitmaken voor de hoge noorderlingen? Zou de sprekende mens afgunstig zijn van de stemlozen, de stotteraars? Waarom maakt de bedelaar kleine gebaren met een fluisterende stem? Doe een wens. Waarom wordt een wens nooit luidop gesproken? Willen we in Wards wereld leven?

In ons theater rollen we een zacht tapijt over onze tong, de woorden klinken zacht maar komen des te harder aan. Ons stil protest klinkt luid door de straten. Tijd dan ook voor een individuele uitdaging? Durven we onze tong met een kamerbreed tapijt bekleden? Welke woorden zouden we als laatst uitspreken?

Dit is geen pleidooi tegen het woord, wel voor het stille woord, voor mooie gebaren, veelzeggende blikken. Graag een traag pleidooi, zo houden we het langer vol.


Lieven Bossuyt {122 552 669}