KLANKENKOORTS
Yamen Martini, Jos Teuwen en Ingrid Spilliaert over een nieuw muzikaal avontuur voor de Unie.
Na Ne Kersentuin werken we met een groep muzikanten en vertellers met verschillende culturele achtergronden, muzikale bagage en instrumenten aan een nieuwe voorstelling. Geert Six waakt over het theaterluik van het project. De muzikanten worden op sleeptouw genomen door Yamen Martini. Hij is muzikant, componist en coach bij kleinVerhaal, onze sociaal-artistieke kameraden in Oostende. Maak kennis met deze nieuwe eend in de Zorgeloze vijver.
Yamen, waar is jouw muzikale verhaal begonnen?
Yamen: “Toen ik drie jaar was ben ik begonnen met percussie. Mijn vader had een drumstel thuis. Hij heeft me de basis van muziek geleerd. Rond mijn achtste heb ik een paar maanden viool leren spelen – dat moet vooral lastig geweest zijn voor mijn ouders (lacht). Toen ik op de middelbare school zat werd ik gevraagd of ik geïnteresseerd was om mee te spelen met de fanfare. Omdat er al veel percussionisten waren, zochten ze vooral blazers. Dus ben ik beginnen trompet spelen. Dat was een hele uitdaging, trompet is geen gemakkelijk instrument. Maar precies dat was ook een van de redenen waarom ik dat instrument koos.”
Volgde je ook muziekschool?
“Die fanfare was zelf een soort school. Dat was al doende leren. ‘Pak maar je instrument, de noot die we gaan spelen is een do, luister goed, we gaan die eerst zingen en dan kan je spelen wat je hoort’. Zo ging dat. Dat was niet echt met partituren. Door eerder viool te leren spelen kende ik natuurlijk ook wel een beetje de theorie, die had ik geleerd op de muziekacademie. En naast de fanfare leerde ik zelf ook veel bij uit allerlei muziekboeken. Uiteindelijk heb ik mijn ingangsexamen gedaan op het conservatorium. Dat was voor mij een grote stap.”
Als geschoolde en ervaren muzikant werk je in je projecten samen met mensen met een heel diverse muzikale bagage. Wat trekt jou daarin aan?
“Het spelen. Zelf ben ik ook niet met de muziektheorie begonnen. Wel met spelen, met het ontdekken van mijn instrument, van de relatie tussen mij en mijn instrument. Geen enkel muziekgenre is geboren uit theorie. Aan de basis lag altijd iemand die is beginnen spelen. De theorie kennen maakt het natuurlijk gemakkelijker. Maar is het de bedoeling van muziek dat je als een machine wordt, dat je een partituur krijgt en gewoon speelt wat erop staat? Als iemand naar mij komt met zijn gitaar en zegt, ‘ik ken geen theorie’, dat maakt voor mij niet uit. Soms is het net mooi dat hij out of the box speelt. Veel geschoolde muzikanten spelen binnen de box, die spelen goed, maar zitten meestal in één richting.”
Dus iedereen kan muziek spelen?
“Ik geloof dat iedereen een talent heeft, maar dat komt niet uit het niets. Ik geloof dat je onbewust dingen oppikt. Een baby zelfs die nog niet geboren is, en luistert naar de muziek van zijn ouders. Als dat kind later muziek speelt en dat goed kan, dan zeggen de mensen, ‘je hebt talent’. Maar dat komt dus ergens vandaan.
Maar wat is een goede muzikant? Iemand die alle toonladers kan spelen? Anderen kunnen maar één noot spelen, of ze spelen zelfs gewoon noise, maar ik snap die noise. Voor mij is het muziek, omdat ik iets voel. Het is niet gewoon techniek. Voor mij is er geen regel die zegt, zo en zo moet je spelen. Maar ik voel wel als iemand iets wil vertellen met zijn instrument. Dan wil ik goed luisteren en hem steunen, om hem nóg beter te laten vertellen.”
interview Joon Bilcke
“Gij speelt toch basgitaar?” vroeg hij. Ik zei: ”Ja, ik probeer toch.” “We hebben je nodig!” En hij verdween. Dat moet ergens deze zomer geweest zijn. Op dertien september zou de aftrap plaatsvinden. Samen met andere Zorgelozen en mensen van FMDO naar een muziektheatervoorstelling toewerken. Het klonk interessant, maar ik had geen idee wat ik kon verwachten. En vroeg me af of mijn basgitaar-skills wel genoeg zijn.
Allegaartje
Mira maakte een WhatsApp-groep genaamd ‘Klankenkoorts’ aan. Justine nodigde ons die dag om zes uur uit voor verse soep en een avondboterham, bereid door enkele enthousiaste Zorgelozen. Met zo’n warm welkom kon de eerste sessie beginnen.
De eerste muzikanten druppelden binnen. Ik herkende al snel Ingrid en werd hartelijk begroet. Linda volgde, met de wederzijdse vraag: “Wat doe jij hier?” Ook Hannes van FMDO was een oude bekende. En toen kwamen er veel mensen binnen in allerlei kleuren die ik helemaal niet kende, maar die allemaal één ding gemeen hadden: de liefde voor muziek.
We begonnen met een kennismakingsronde, waarbij iedereen zich kort voorstelde en zijn persoonlijke muziekverhaal vertelde. Ook Yamen, onze muzikale projectleider, stelde zich voor. Hij is trompettist en componist, geboren in Aleppo, en combineert oosterse en westerse muziek met genres als jazz, oosterse ‘maqam’, Balkan en experimentele muziek. Intussen heb ik al veel avonden doorgebracht met zijn muziek op Spotify, en ook onze bezoekers kunnen zijn muziek waarderen. Daarna stelden mijn medemuzikanten zich voor. Ik maakte kennis met Hailab, Mayala, Asimina, Giulieta, Johnny, Agnes, Charlotte, Bernadette, Linda, Piet, Veronica, Jérôme en Veronique… Muzikanten van allerlei niveaus, van beginners tot meer ervaren en zelfs semi-professionals. Vanwege de grote diversiteit aan nationaliteiten hebben we Engels gekozen als voertaal, hoewel er uiteraard ook Nederlands, Vlaams en zelfs Spaans wordt gesproken.
Bolingo
Ook de verscheidenheid aan instrumenten is indrukwekkend. Ik zie twee trombones, twee trompetten, een kleine piano, blokfluiten, een didgeridoo, een viool, een elektrische gitaar, een klassieke gitaar, een basgitaar, djembés en conga’s, een krar – een komvormige lier met vijf of zes snaren uit Ethiopië en Eritrea – en er zijn ook zangeressen. Dominique belooft ons om de volgende repetitie zijn drumstel mee te brengen, zodat we ritmisch beter ondersteund kunnen worden. Yamen geeft ons het signaal om te beginnen met jammen. Al snel vult de zaal zich met een kakafonie van klanken, die langzaam hun weg vinden naar hogere sferen onder het dakgebinte. We kijken elkaar aan en kunnen een geamuseerd lachje niet onderdrukken. Na 20 minuten onderbreekt Yamen en zegt hij enthousiast: “fantastisch!” We kijken elkaar lachend en verward aan. Dan geeft hij teken om verder te spelen. Ik probeer alle toonladders op mijn basgitaar uit, van de pentatonische toonladder in mineur en majeur tot de ionische en dorische varianten. Ik zie ook de andere muzikanten enthousiaster worden en zich volledig uitleven. Onze schroom en remmingen verdwijnen. Na afloop leren we elkaar verder kennen. Charlotte zingt het lied Bolingo, wat liefde en affectie betekent, voor de pasgetrouwde Dominique. Ze zingt met zoveel passie dat iedereen er stil van wordt.
De volgende repetitie beginnen zich melodieën en ritmes te vormen. Na afloop stuurt Yamen ons de resultaten van ons samenspel via onze WhatsApp-groep en nodigt ons uit om een songtekst of verhaal te schrijven waar we de volgende week mee aan de slag kunnen. Ook vraagt hij om titels voor de verhalen en liedjes die we schrijven. Tijdens de volgende repetitie werken we erop verder. Yamen neemt alles op en plaatst het op Google Drive, zodat iedereen thuis kan oefenen. Ook de teksten krijgen hier een plaatsje.
De voorbije maanden waren een verkenningsfase waarin we elkaar leerden kennen, improviseerden, materiaal uitwisselden en uitprobeerden. Straks beginnen we aan de voorbereiding voor de uiteindelijke presentatie.
Jos Teuwen
Ik begeef me samen met anderen in een big-band met in het vooruitzicht: ‘een muziektheatervoorstelling’. We exploreren, leeftijd-ontbonden, gender-ontbonden, afkomst-ontbonden, migratie-ontbonden en kleur-ontbonden, doorheen klanken en teksten die koortsachtig weerklinken. Elk geeft met zijn of haar eigen inbreng vorm aan het geheel. Ik voel opnieuw die verwantschap met een groep die stimuleert tot groei met elkaar in elkaar. Een verbondenheid die tot stand komt via onze instrumenten en onze culturele en muzikale bagage en onze stemmen die declameren en zingen. Alles verweeft en wordt fluide en transcendent.
Brèf, na tien samenkomsten die men in het Frans ‘un boeuf’ noemt, ik weet ook niet waarom ze er een stier bij sleuren. Bij ons uitgedrukt als ‘jam-session’. We wisselden klanken, luisteren, spelen, bewegen en dansen koortsachtig doorheen onze klanken en smeden een geheel, onder de begeleiding van Yamen en Geert, in deze fijne samenwerking van de Unie en FMDO en zoveel velen meer… zonder onszelf te vergeten. Ik spreek voor mezelf, dat spreekt vanzelf.
Dit is dus ‘klankenkoorts’.
Ingrid Spilliaert
Het project kreeg als werktitel Klankenkoorts en is een samenwerking tussen de Unie der Zorgelozen, FMDO (met wie we eerder samenwerkten voor het project DiVerzen), Zuidwest (het cultuur- en erfgoedplatform van de 13 steden en gemeenten in Zuid-West-Vlaanderen) en kleinVerhaal (onze sociaal-artistieke collega’s uit Oostende).
Ontmoeting en uitwisseling tussen de vertellers en de muzikanten van de verschillende partners is een belangrijk onderdeel van het project. Hun uiteenlopende persoonlijke verhalen, achtergronden en muzikaal erfgoed gooien we in de blender, op zoek naar een partituur voor onze tijd. Gitaar mixen we met krar, viool met djembé, conga’s met trombones.
Naast een voorstelling, komt er een rondreizende geluidsinstallatie (een ‘potkast’) waarin je de muzikale erfgoedverhalen van de deelnemers kan ontdekken.
De presentatie van het project is voorzien voor komend voorjaar.