Lof der onaangepastheid
Johan Walgraeve zoekt uit waarom de Aboriginals geen rode schoenen nodig hebben om te dansen, en dat brengt hem van Australië tot in Syrië
Put on your red shoes and dance! Doe je rode schoenen aan en dans de westerse cultuur, beter dan je eigen gewoonten en gebruiken. Een tipje van de sluier van Pardon Service, de voorstelling waar ik straks in meedoe: hoe zou het komen dat Australische Aboriginals een af keer hebben van rode schoenen om te dansen? Het antwoord wordt bepaald door de Droomtijd, het alfa en omega van hun leefwereld, de tijd voor en tijdens de schepping.
Droomtijd
Volgens de Aboriginals was de wereld voor de schepping een duister plat oppervlak, een levenloze omgeving zonder geluid. Onder de grond sliepen onbekende levensvormen. De schepping begon toen deze bovennatuurlijke voorouderlijke wezens door de aardkorst braken. Tijd begon. De totemische voorvaders leken op planten en dieren en waren half-mens. Ze dachten de zon en de zon rees op uit de grond. Voor het eerst was er licht. De voorouders schiepen de wereld zoals de Aboriginals die kennen, van aarde tot zee met alle landschappen, een complete zoölogie en de daarbij horende planten, maar ook water, lucht en vuur, de hemellichamen en de sterren, en: de mens. Tijdens de schepping trokken de voorouders rond, ze gingen op jacht, ze vochten en gedroegen zich verder net als mensen. Zij kenden moed, trouw, liefde, vriendschap, woede en haat, en alle andere kenmerken en emoties die een mens zo menselijk maken. Toen de schepping voltooid was, zonken de mythische wezens, uitgeput door gedane arbeid, terug in de aarde en vielen ze weer in slaap.
Ik citeer even: “De Droomtijd is voor Aboriginals een begrip dat zowel hun kennis van de wereld als de schepping ervan verklaart. Het is hun geschiedenis en omvat al hun legenden. De Droomtijd is het begin van de kennis die de basis vormt van de bestaanswetten. Om te overleven dienen deze wetten nageleefd te worden.” (Het citaat komt uit het artikel ‘De Droomtijd’, verschenen in ‘Nangara’, de catalogus bij de tentoonstelling over Aboriginal schilderkunst, 1996, in Stichting Sint-Jan, Brugge; ik heb het artikel ook gebruikt voor dit schrijfsel.) Het mag dus geen verwondering wekken dat de Aboriginals de geesten der voorouders zien in de natuur zoals zij die kennen en ervaren: rotsen, bomen, rivieren, een deel van het landschap. Zo ontstonden heilige plaatsen met specifieke kenmerken, die alleen ingewijden mogen zien en betreden. Nog even citeren: “Zo waren er speciale plaatsen waar krijgers zich beschilderden om een magische bescherming tegen speerverwondingen te verkrijgen. Er waren speciale grotten voor zwangere vrouwen en geboortes. Voor de Aboriginals vormen deze elementen van het landschap en de natuurlijke cyclussen van het leven het bewijs van de schepping.” Het is duidelijk dat de Droomtijd bepalend is voor maatschappij en individu bij de Aboriginals en maar beperkte ruimte laat voor persoonlijk initiatief. Het overleven van zowel gemeenschap als individu is afhankelijk van de Droomtijd. Dat scheelt nogal met onze geglobaliseerde westerse maatschappij waar ‘vrijheid blijheid’ de algemene regel is en bijna elke wet als betutteling ervaren wordt. Aboriginals hebben helemaal geen rode schoenen nodig om te dansen.
Loket Libanon
Vrijheid blijheid dus. Het moet nu wel lukken dat, terwijl ik deze tekst aan het schrijven ben, er een ‘rel’ ontstaat over een geweigerd ‘humanitair visum’ en dat een partijmeester tevens burgervoorzitter of zoiets zijn kwekkel opendoet met een salvo uit de verbale Kalasjnikov. Ik neem aan dat de lezer aan deze omschrijving genoeg heeft om te weten waarover het gaat. Ik wil hier wel enige puntjes op een aantal i-tjes zetten, want het stinkt en het is de stank van de alleenheerser. Ik verduidelijk. Sinds de Franse Revolutie behoort de scheiding der machten tot de democratische geplogenheden. Pro memorie en in het heel kort: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht ‘moeien’ zich niet in elkaars keuken en zorgen ervoor dat het in de eigen keuken proper is en niet aangebrand ruikt. Wanneer men dan vindt dat de rechterlijke macht enkel en alleen uitspraken mag doen die op maat geschreven zijn van één politieke partij – die de uitvoerende (minister, staatssecretaris) en wetgevende (volksvertegenwoordiger, senator) macht combineert – dan is men niet ondemocratisch bezig, dan is men antidemocratisch doende. De berichtgeving in de pers was, zoals gewoonlijk, tam en lauw en stond in schril contrast met het journalistieke gejuich voor het door de regering voorgestelde diplomatische compromis: ‘ze’ zouden een humanitair visum kunnen aanvragen in buurland Libanon, waar het veilig is. Zoals iedereen weet zijn er enorme wachtrijen bij de reisbureaus aan het loket Libanon, een gevolg van de vakantiekiekjes die elke dag in het nieuws te zien zijn.
De politici waren er als de kippen bij om de democratie te verdedigen en vooral te benadrukken dat het weigeren van een humanitair visum het terechte besluit was van de staatssecretaris. Ik waande me meteen in jaren dertig van de voorgaande eeuw. (Ik heb goed opgelet in de geschiedenisles, maar ik heb ook na de les geschiedenisboeken gelezen, want ik wilde ook wel weten wat anderen liever verborgen hielden.) Vóór de Tweede Wereldoorlog waren ambassades in Duitsland niet geneigd om visa te verlenen aan Duitse burgers die aan den lijve ondervonden wat de weldaden van het nationaalsocialisme waren. Het Verenigd Koninkrijk, noch Frankrijk, België of Nederland stonden te springen om Joden een visum te geven. Geld en intellect waren in beperkte mate welkom. Het is dus eenvoudig en simpel: we lustten in de verleden tijd geen Joden en we lusten in de tegenwoordige tijd geen Syriërs. We mogen ons schamen in de toekomstige tijd, dank u. De Syriërs, gestorven of klaar om te sterven, een andere optie is er niet, zijn er vet mee. Maar we mogen blij zijn dat we in het vrije westen wonen met als grootste probleem, de vergrijzing. Ik weet het uit eigen ervaring, grijs haar krijgen doet geen zeer en men wordt er niet ouder van.
Serafijnen en Cherubijnen
De media hebben plots in de tussentijd ook ontdekt dat er een bloedbad gaande is in Aleppo en dat de inwoners van de stad wachten op hun slachters; komen die morgen of volgende week, geen kat die het weet. Enkel is zeker dat het moorden pas zal ophouden als de inwoners van Aleppo vermoord zijn. De kans dat de ‘Internationale Gemeenschap’ of ‘Een Machtige Staat’ als een deus ex machina ingrijpt en het bloedbad stopt is kleiner dan de kans dat Serafijnen met bazuinen en Cherubijnen met zwaarden de inwoners van Aleppo redden. Poetin wast zijn handen in onschuld en dus moet het wel jouw schuld zijn.
Ondertussen vergaderen de Verenigde Naties. Naargelang de kant die hun land kiest, doen de ambassadeurs hun zegje, worden er beschuldigende vingers uitgestoken heen en weer en wordt er, met woord en wederwoord, schuldig en onschuldig verklaard. De landen zonder mening doen er het zwijgen toe. Men zou denken dat er overlegd wordt hoe er een eind kan gemaakt worden aan ‘de toestand’, welke oplossing(en) er is (of zijn), of er toch geen blauwhelmpjes ter plaatse zouden kunnen gezonden worden. Niets van dit alles en zo het er toch van zou komen, dan is er nog het ‘sesam sluit u’: ‘Veto’, ‘Ik Verbied’ in schoon Nederlands. De vrede is al vele malen verboden sinds de Tweede Wereldoorlog. De kansen van de Serafijnen en Cherubijnen zijn bijgevolg gestegen. Jouw schuld. Er was een staakt het vuren, maar het werd geschonden. De rebellen hebben zich overgegeven en de bombardementen gaan door. Jouw schuld.
Nu weet ik niet of die Aboriginals in hun verre land, zo ‘temidd’n de stikk’n’ weet hebben van dit alles. Ik veronderstel, mogelijk enigen die in een verstedelijkt gebied wonen en wel een woordje ‘blanks’ kunnen verstaan. Misschien, zoals Obelix, zeggen ze in een van hun talen dat we gek zijn. Of ze vragen zich af wat er in onze Droomtijd wel niet moet gebeurd zijn, dat wij zulke barbaren zijn. Hun verhalen over de Droomtijd geven hen misschien een idee, een aanwijzing, om ons te begrijpen en wellicht komen ze tot het besef:
– met zulke lieden kan je niet veel aanvangen
– ze zitten nog niet allemaal binnen
– ‘t zijn toch maar mensen zoals wij
Aankruisen wat past. Er zijn geen prijzen mee te winnen.
Ik besluit met iets wat ik gehoord heb in het nieuws. Ik had al in de krant gelezen dat er weer een stukje gebreid is aan de Star Wars-trui, maar vraag me niet of het een manchet of een col is. Rogue One, zo heet de film, vertelt het verhaal van opstandelingen onder leiding van ene juffrouw Jyn Erso en een stelletje multi-planetaire ruimtelingen van verschillende gedaanten en kleuren. In de Verenigde Staten boycot extreemrechts de film omdat ‘samenwerking tussen verschillende rassen gepromoot wordt’. Nu lig ik op apegapen.
‘t Is bijna drie uur voor twaalf, eind december. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ik ongelijk heb.
Johan Walgraeve