DE STRIJD OM DE IDEEEN

Volgens Ico Maly moeten we goed beseffen dat het bij extreemrechts niet om de bankrekening van de gewone mensen gaat, maar om de glorie van de natie.

Geert Wilders in Nederland, Georgia Meloni in Italië, Marine Le Pen in Frankrijk, Vlaams Belang bij ons. Overal in Europa heeft extreemrechts de wind in de zeilen. Terwijl ze leuren met eenvoudige oplossingen voor complexe problemen baart hun geflirt met de democratie, de mensenrechten en de grondwet veel mensen zorgen. Niet in het minst Ico Maly. Als cultuurwetenschapper aan de universiteit van Tilburg keert hij extreemrechts al jaren binnenstebuiten.

Ico Maly: “Extreemrechts is geen recent fenomeen. Om echt te snappen waar het voor staat, moeten we het plaatsen in de geschiedenis. Het maakt deel uit van de traditie van de ‘anti­verlichting’, die haar wortels heeft in de periode van de Franse Revolutie. Toen is onze moderne kijk op de wereld ontstaan, het idee van de moderne staat met haar representatieve democra­tie, het idee ook dat iedereen gelijk is en gelijke rechten heeft. Mensen waren heel duidelijk niet gelijk op dat moment in de achttiende eeuw, dus dat waren toen zeer radicale gedachten. Ze waren dan ook van meet af aan controversieel: er waren twee grote tegenbewegingen. De ene wou terug naar het verle­den, naar het Ancien Régime. De andere wou niet terug naar het verleden, maar wilde wel een ànder soort moderniteit. Dat is de antiverlichtingstraditie.”

Waar staat die voor?

“In de traditie van de verlichting staan het individu en de uni­versele mensenrechten centraal, heeft elke mens recht op zijn eigen leven. Voor de antiverlichting is het individu ondergeschikt aan de groep en de natie. Om die natie groot te maken en te laten excelleren is ongelijkheid niet iets om tegenin te gaan maar net iets om na te streven. Terwijl de gewone mens gedisciplineerd moet volgen, ten strijde moet trekken voor de natie, moet een elite de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. De verlichting was net een aanval op de elites en ijverde voor een herverdeling in de samenleving, van rechten en posities maar ook van kapitaal. Ze vormde een bedreiging voor de nieuwe middenklasse die was ontstaan. De antiverlichting was dus voor een stuk economisch gedreven, maar ook cultureel, gewoon vanuit een ander ideaal van wat een goede samenleving is.”

“De strijd tussen de wereldbeelden van de verlichting en de anti­verlichting zal de hele achttiende en negentiende eeuw woeden. Zeker vanaf het einde van de negentiende eeuw wordt de antiver­lichtingstraditie daarbij heel dominant. Aanvankelijk nog bezien als een groep mensen op een bepaald territorium, worden natie­staten in die periode meer en meer gedefinieerd als één geheel met één taal, één cultuur, één ras, als een organisme op zichzelf. Het is een evolutie die uiteindelijk tussen de twee wereldoorlogen uitmondt in het fascisme. Voor ons is fascisme oud en reactio­nair, maar in die tijd was dat iets fris, een alternatief voor het oubollige socialisme. Het installeerde nieuwe dromen bij arbeiders maar kon ook een hele avant-garde van kunstenaars bekoren, het verenigde verschillende klassen in één massa, in één beweging rond het idee dat de natie als collectief tot grootsheid in staat was. Tegen WO II stonden alle ideeën van de verlichting finaal geboekstaafd als fout en oud.”

Maar net de verschrikkingen van WO II moeten toch de doodsteek betekenen voor zo een mens- en wereldbeeld?

“Dat was ook zo. Tot diep in de jaren zestig raakten ideeën die nog maar van ver roken naar fascisme in het verdomhoekje. Dat werd door veel extreemrechtse politici en activisten betreurd. De grote ommekeer vond plaats in Frankrijk. In hetzelfde weekend waarin de studentenrevoltes van mei ‘68 door Parijs trekken, richt een groep extreemrechtse intellectuelen ‘GRECE’ op, beter bekend als ‘La Nouvelle Droite’ of ‘Nieuw Rechts’. Hun analyse is dat niemand nog op partijen zal stemmen die hun verbrande rechtse ideeën uitdragen en dat ze die eerst weer ingang moeten laten vinden in de brede samenleving. Zoals de ideeën van de mei ‘68-ers tegen de Vietnamoorlog of tegen het imperialisme in die tijd als normaal worden beschouwd, moeten ook zij hun ideeën weer normaal gaan maken. Dus schrijven ze boeken, richten ze wetenschappelijke magazines op en organiseren ze congressen. En al snel krijgen ze impact. Alain de Benoist, een van de pioniers van La Nouvelle Droite, krijgt in 1978 met zijn boek Gezien van rechts een prijs aan de Sorbonne, in de jaren tachtig krijgt hij een vaste column in het tijdschrift Paris Match, hij is een graag geziene gast in allerlei tv-programma’s. In de jaren tachtig en negentig vormen de economische crisis en de toegenomen migra­tie de ideale voedingsbodem voor de verdere verspreiding van de nieuwrechtse ideeën rond migratie, integratie, de natie. Ze wor­den overgenomen en genormaliseerd door Jean-Marie Le Pen en zijn Front National in Frankrijk of het Vlaams Blok bij ons. Begin jaren negentig vroeg men aan Jean-Luc Dehaene ‘Wat is integratie?’ en hij antwoordde, ‘Werk hebben en kunnen stem­men’. Tien jaar later was het antwoord: ‘Zijn zoals wij, en weten hoe je bloemkool met witte saus maakt’.”

Was er dan geen alternatief verhaal vanop de linkerzijde?

“De val van de Sovjet-Unie werd gelezen als het failliet van het socialisme. De hele linkerzijde hing in de touwen. De sossen moesten zich heruitvinden, maar de druk van Vlaams Belang is zo groot dat men begint te twijfelen aan zijn eigen verhaal. Dit uit zich in de aanvaarding van de economische orde, en ook de natiestaat wordt aanvaard als het einde van de horizon. Links richt zijn blik niet meer op het kapitaal, op de rijken die meer en meer van de koek naar zich toe trekken, enkel in de marge kunnen nog aanpassingen aangebracht worden. Er werd ook volop ingezet op communicatie, herinner je de marketeer Patrick Janssens als voorzitter van sp.a. Ook de andere partijen deden dat, inclusief het Vlaams Blok, maar die laatste partij bleef ook op de ‘oude’ manier aan politiek doen: terwijl de socialis-tische volkshuizen sloten gingen de militanten van Vlaams Blok in de volkswijken ajuinensoep en kerstpaketten uitdelen. Men gebruikte liefdadigheid om poli­tieke strijd te voeren, hetgeen Guy D’Haeseleer vandaag in de Denderstreek doet. Onder druk van extreemrechts, en het verzaken aan het uni­versalisme, wordt niet alleen communicatie belangrijker, we zien ook dat vooral in de context van integratie de premissen van rechts worden overgenomen.”

(c) Peter van der Sluijs

Nieuw Rechts was van meet af aan ook een Europese beweging?

“Zeer zeker. Wel passen partijen zich aan lokale situaties aan. Zo gaat extreemrechts zich in Hongarije harder keren tegen LGBTQ+-rechten, terwijl die hier in West-Europa al meer aan­vaard zijn, en het Vlaams Belang dus meer op zijn woorden let. Maar de grote basisprincipes zijn dezelfde. Nationalisme blijft de kerngedachte, het streven naar onafhankelijke naties waarin cultuur en tradities overeind worden gehouden en het nastre­ven van gelijke rechten voor iedereen als problematisch wordt gezien. Dat gedachtegoed wordt verspreid en gedragen door activistische bewegingen en politieke partijen in heel Europa. Orban in Hongarije, Le Pen in Frankrijk, Haider in Oostenrijk – weet je nog, we mochten er niet gaan skiën, Salvini in Italië, … In Identiteit en Democratie, de rechts-populistische fractie in het Europees Parlement, delen ze hun ideeën en stemmen ze hun acties op elkaar af.”

Ze zeggen wel concrete antwoorden te bieden op de bezorgd­heden van gewone mensen.

“Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Men schept de illusie dat men het leven van de gewone mensen gaat verbeteren door de migranten buiten te gooien en links het zwijgen op te leggen. Maar we lijken maar niet te beseffen dat het bij extreemrechts nooit over de gewone mens gaat maar altijd over de natie als geheel, en hoe die tot stand kan worden gebracht. Wat er met de gewone mens gebeurt, hoeveel er op het einde van de maand op zijn rekening staat, is daar helemaal aan ondergeschikt. Als men zegt dat de sociale zekerheid belangrijk is en dat die rechtvaar­dig moet zijn, dan kan je het daar natuurlijk niet mee oneens zijn. Maar als je goed luistert, dan bedoelen ze dat ze bepaalde mensen uit de sociale zekerheid willen halen omdat ze het niet rechtvaardig vinden dat die erin zitten. En dat zijn niet de rij­ken die ze eruit zullen halen hé. Vlaams Belang zegt op te komen voor het gewone volk, maar stemt consequent tegen armoedebe­strijdingsplannen, tegen minimumlonen. Men schopt constant naar onderen in naam van grote idealen. En vergeet niet dat ‘het volk’ in een nationalistisch verhaal wat anders is dan ‘het volk’ in een liberaal of socialistisch verhaal. Met de gewone mens bedoelen zij de autochtone mens.”

“Weet je, als mensen zich trachten te informeren over de con­crete posities van politici en partijen, dan komen ze op basis van de huidige mediaberichtgeving niets te weten. Er worden iedere dag sensationele dingen geserveerd, van plasincidenten tot hippe basketsloefkes, maar wat zeggen de programma’s van de par­tijen? Kunnen we daar eens op ingaan in plaats van voortdurend in hyperbolen te praten – ‘de moeder aller verkiezingen’, ‘een kaakslag voor die en die’. Dan zal snel blijken dat een Vlaams Belang dat zou inzetten op een economisch links verhaal een complete illusie is.”

Ok, ze zijn misschien niet links, maar vormt extreemrechts ook een gevaar voor de democratie, zoals je vaak hoort?

“Het zijn wolven in schaapsvacht. De democratie is door de verlichtings­denkers nooit uitgedacht als een directe democratie waar de meerder­heid de volledige macht heeft om de hele samenleving vandaag of mor­gen in te richten zoals zij dat wil. Wel als een complex systeem waar de stem van het volk altijd in relatie moet gebracht wor­den tot de grondwet en universele rechten, om zo het individu te beschermen dat op dat moment tot de minderheid behoort. Maar zo denkt extreemrechts er niet over. Onder het mom van de democratie wordt die uitgehold. In Nederland won Wilders de verkiezingen met 25% van de stemmen en onmiddellijk was de teneur: ik ben de winnaar van de verkiezingen, ik ben de stem van het volk, ik beslis wat hier morgen zal gebeuren. Zo werkt de democratie dus niet. Hij zal compromissen moeten sluiten met de 75% die niet op hem heeft gestemd. Maar je hebt extreemrechts zelfs niet nodig om de democratie en de rechtsstaat te ondergra­ven. Als ik Mark Elchardus hoor verkondigen dat een rechter zich moet schikken naar de volkswil, dan lig ik daar wakker van. Dat is exact wat Mussolini in de jaren dertig al zei dat moest gebeu­ren. Of kijk hoe staatssecretaris De Moor in de behandeling van asielzoekers de mensenrechten schendt en de veroordeling daar­van gewoon naast zich neerlegt.”

(c) Fabio Visconti

Wat met de vraag om extreemrechts ‘mee in bad te trekken’?

“Als je democraat bent is het een fundamenteel probleem om ermee te regeren. Je mag er zeker van zijn dat men er alles aan zal doen om de democratie verder te ondermijnen. Dat zal eerst gebeuren op domeinen waar de gewone, autochtone mens er minst van zal voelen. Eerst zal de ander worden geviseerd: de allochtoon, de linkerzijde, de LGBTQ+-gemeenschap. Maar uit­eindelijk zullen de gevolgen van machtsdeelname pas op langere termijn zichtbaar worden. Kijk hoe Trump bevriende rechters benoemde waardoor hij straks bij gebrek aan unanimiteit zijn veroordeling kan uitstellen, misschien de verkiezingen wint en zichzelf immuun maakt. De hele illusie van ‘ze zullen zich kapot regeren’, ik geloof daar niet in. En voor alles wat niet lukt zullen ze blijven wijzen op de vijanden. Dat is zo in Amerika en ik zie geen reden waarom dat in Europa anders zou zijn.”

Wat valt daartegen in stelling te brengen?

“Mijn grootste hoop zit bij een beweging zoals die van Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez in de VS. Divers samen­gesteld, met mensen uit verschillende sociale klassen. Hen wordt niet de hemel op aarde beloofd, maar duidelijk gemaakt dat samen druk zetten de zaken weer in de goede richting kan doen gaan. Als resultaat zie je nu al de stijging van de impact van vakbonden in de VS, die erin slagen loonstijgingen af te dwingen. Dat is een ommekeer en maakt mij hoopvol. Gewone mensen die strijden voor belangrijke dingen, dat is de toekomst. Daarmee zullen straks de verkiezingen niet worden gewonnen, maar dat is een slechte graadmeter. De overwinning van Wilders is niet gisteren gemaakt. Die is gestart in de jaren zestig van de vorige eeuw. Dat moeten we goed voor ogen houden. Links moet opnieuw een verhaal voor de lange termijn schrijven.”

Waar denk je aan bij ons?

“Vlaanderen heeft een groot en divers middenveld. Dat is een sterkte, maar mijn ervaring is dat dat ook kan verlammen. Als een minister een beleidsmaatregel afkondigt die niet goed is voor onze doelgroep bijten we even op onze lip, want als we ver­dwijnen is er helemaal niets meer. Maar een groot deel van ons middenveld is fundamentele ideeën als universele rechten en de democratische rechtsstaat wel genegen. Het is echt noodzakelijk dat dat samenkomt in een beweging à la Sanders, rond een aan­tal minimumdoelstellingen die de gewone mens terug een beter leven moeten geven.”

Zoals Hart boven hard, tien jaar geleden?

“Hart boven hard in 2014 was voor mij het meest hoopvolle in mijn leven, na de andersglobalisten in het begin van de eeuw – zo oud zijn we intussen al. (lacht) De sterkte was de netwerk­dynamiek, gecombineerd met een gemeenschappelijke agenda, gedeelde ideeën. Onder de vlag van Hart boven hard zag je dui­zend-en-een initiatieven oppoppen die aan die ideeën kracht gaven. Dat hebben we opnieuw nodig. Eigenlijk heeft de linker­zijde veel meer mensen dan de rechterzijde, maar we doen veel minder, zeker online. We verzaken te vaak de discursieve strijd te voeren. Waarom zie ik geen shitload aan online advertenties die progressieve ideeën verspreiden, waarom verschijnen vanuit het middenveld niet wekelijks zeven stuk­ken in De Standaard, waarom lees ik in de commentaren op Hln.be alleen rechtse stemmen? Ik begrijp dat niet! De strijd om de ideeën is er een van elke dag en van iedereen. Als je als individu een Facebookpost ziet die slecht is voor de democratie, reageer erop. Bouw als organisatie een verhaal op waarmee je weerwerk biedt aan al die andere verhalen die mensen tegen mekaar opzetten. Ik heb de indruk dat er soms een soort moedeloosheid is, dat het toch geen zin heeft, dat rechts toch dominant is, dat je niemand kan overtuigen. Maar je moet ervan uitgaan dat de zwijgende meerderheid misschien jouw Facebookpost zal lezen of jouw verhaal zal horen en denken: misschien is dat wel het juiste.”

interview Joon Bilcke