THE BEST OF KAFKA (2)

We grasduinen verder in de strafste stoten van onze goede vriend Kafka. Of, als het systeem de mens vergeet… (en we proberen ons niet te veel op te winden). (lees hier The best of Kafka (1), uit de vorige Gazet).

KAFKA VERDWIJNT UIT DE REGISTERS!

Mensen die in een financiële penibele situatie verkeren, kunnen zich inschrijven in een Sociaal Verhuur Kantoor en/of een sociale bouwmaatschappij. Concreet: men verzamelt enkele documenten (zoals daar zijn: aanslagbiljet van 3 jaar terug, kopie paspoort, attest betreffende het inkomen van de laatste 6 maanden – indien nodig volgende extra documenten: document huursubsidie, echtscheidingsdocumenten, attest Collectieve Schulden Regeling/budgetbeheer, woonnooddocumenten, enz.) en noteert een adres, een telefoonnummer, een mailadres. Eenmaal dit alles in orde, komt men op de wachtlijst terecht.

Om de 2 jaar wordt elke kandidaat-huurder die ingeschreven is op de lijst van de sociale bouwmaatschappijen een brief gestuurd met de vraag of hij/zij nog steeds geïnteresseerd is. Een operatie geheten ‘de actualisatie van de lijsten van de sociale bouwmaatschappijen’. Logisch. Mensen blijven immers niet jaren wachten tot er een woning toegewezen wordt, dat zou dan betekenen dat een mens vier tot zes jaar kan blijven wachten.

Edoch, er kan al ’s iets mis gaan. Wachtende op huisvesting kan een mens door malchance al eens letterlijk op straat komen te staan, zijn hele hebben en houwen vergaard in enkele plastic zakken. (Denk hierbij niet aan een trolley op wielekes met daarin een toiletzakje met handige reisspulletjes.) Doch indien een mens op straat is beland, kan hij ook geen post meer ontvangen… De brief van de sociale bouwmaatschappij raakt verloren. De bouwmaatschappij krijgt geen antwoord. Het telefoonnummer klopt niet meer. Op zo een moment zou toch een ‘flikkerlichtje’ dienen te pinken! Een mens op den dool denkt immers vooral aan waar kan ik de volgende 24 uren terecht? Waar kan ik douchen? Waar kan ik eten? Waar kan ik een ‘wastje’ draaien? En vooral, waar kan ik slapen? Nee, op het moment dat de straat de woon- en slaapkamer wordt, denkt een mens echt niet aan het verwittigen van diensten of het invullen van ‘verhuisdocumenten’ – immers het vakje ‘nieuw adres’ valt moeilijk in te vullen.

Voor de geregistreerde kandidaat die intussen door malchance op straat belandde betekent dit schrapping van de lijst. Terug naar start. Opnieuw de vereiste documenten verzamelen, zich inschrijven en zijn beurt afwachten. Cynisch voordeel: de wachtlijsten verminderen. Alhoewel…

Situatie Vlaanderen, aantal kandidaat-huurders sociale woningen: In 2015: bijna 105.370 kandidaat-huurders op de wachtlijsten. Juni 2017: bijna 125.000. Gemiddelde wachttijd: 1.131 dagen (meer dan drie jaar). In centrumsteden loopt de wachttijd nog langer op.
 
“Universele rechten van de mens omvatten rechten waarop iedereen aanspraak kan maken, ongeacht herkomst, nationaliteit, overtuiging, geslacht, wettelijke status of andere kenmerken. Dus voor iedereen die hier op onze globe rondloopt. Heel specifiek zegt Art. 25: ‘Een mens heeft recht op alles wat nodig is om ervoor te zorgen dat men niet ziek wordt, geen honger en een dak boven het hoofd heeft’.”
 

KAFKA ONTMOET EEN MENS VAN GOEIE WILLE!
 
Een handige Harry erft een huis, een groot huis. Schoon, maar hij heeft al een huis en is niet direct van plan om het zijne te verlaten. Moeder de vrouwe ook niet. Een luxe keuze: het erfgoed verkopen of verhuren? Harry leest steevast in de kranten dat er miserie is als de nachtopvangcentra hun deuren sluiten. Dus redeneert Harry, als ik dat huis verbouw tot twee appartementjes en aan ‘n schappelijke prijs verhuur, kan ik ‘n mens in miserie helpen. En ‘en surplus’: het is een bezigheid voor de gepensioneerde handige Harry. Harry heeft immers ‘n carrière als schrijnwerker achter de rug. Dak isoleren, ramen vervangen, buitenschrijnwerk aanpakken, … uiteraard met degelijke materialen. Harry is gekend om ‘ere van z’n werk’ te willen hebben! En kwestie dat de appartementjes in orde zijn. Handige Harry wil de mensen niet in ‘t zak zetten.

Nu, Harry wist van de bediende van ‘t stad dat ie ook beter een conformiteitsattest zou aanvragen. Dat is een document waaruit blijkt dat de huurwoning aan de woningnormen voldoet. (Het is niet verplicht voor het verhuren van een woning, tenzij de betreffende gemeente het via een gemeentelijk reglement wel verplicht.) Dus heeft Harry zijn zelfgetekende plannekes op millimeterpapier aangetekend opgestuurd. Alles opgemeten met de houten meetlat van ‘t voormalig werkatelier. Harry is dan wel geen architect maar ge moet hem de ‘truken van de foor’ niet meer leren.

Na een jaar van hard labeur en gezegdes van ‘ge zijt zot dat ge dat wilt doen!’ vanwege de vrouw en de buren, zijn de appartementjes klaar. Moeder de vrouw is nog ‘s gepasseerd met de trekker en dweil. Dat het proper is en dat het gezien mag worden. Laat meneer de inspecteur maar langskomen! “Schoon werk, meneer.” Harry blinkt in zijn vel. “Maar toch een mankementje. De appartementjes voldoen niet aan de minimale oppervlakte- en hoogtenormen.” Stilte. De inspecteur verduidelijkt met zijn elektronische afstandsmetertje dat de living 0,40m² te klein is en de hoogte van de plafonds anderhalve centimeter te laag. Handige Harry en zijn vrouw ziet men denken van ‘We kunnen hier toch overal passeren en we zijn niet van de kleinsten?!’ Ook de inspecteur ziet de verbazing. “Het is gemakkelijk op te lossen. Die laminaat uitsmijten en een ‘balaton’ leggen en ge hebt de juiste hoogte.” Harry en zijn vrouw kijken schichtig rond. De inspecteur vervolgt: “En als je de appartementjes aan één persoon verhuurt is de oppervlakte geen probleem.” Verbazing troef. “Dus het mag nu niet verhuurd worden?” “Neen, het mag niet.” Harry is zijn kluts kwijt. “Allez, sommige mensen moeten in een tentje buiten slapen omdat ze geen huis hebben?” Laconiek antwoord: “Mensen die hier hun tentje in de tuin zetten, dat kan wel maar ze mogen niet in het huis wonen…”